Beschrijving
PLAATSING:
Plaats het nest in een stevige vork van een boom met een vrije aanvliegroute. Vul het nest voor ongeveer de helft met kleine takjes, bosgrond of bladeren en zorg ervoor dat het nest stevig aan de boom wordt vastgemaakt.
Voor de ransuil wordt het nest vanaf vier meter hoog geplaatst in coniferen. Deze zorgen namelijk voor de meeste beschutting. Ze broeden aan bosranden, in parken of grote tuinen in de buurt van open landschappen.
Voor de boomvalk wordt het nest veelal in hoge populieren geplaatst op minimum tien meter hoogte. Boomvalken gebruiken vele jaren na elkaar dezelfde broedplaats. Het kan dus een tijdje duren vooraleer er eentje op het nest komt, maar eens er een koppel zit blijft het terugkeren. Voor boomvalk kan het nest ook op hoogspanningsmasten gemonteerd worden.
ONDERHOUD:
Jaarlijks kan in het najaar het nest gecontroleerd worden op stevigheid en eventueel takkenmateriaal aangevuld worden.
