Beschrijving
De Gevlekte ringslang is een goede zwemmer die het liefst amfibieën eet. Halverwege juni zetten de vrouwtjes tot wel 40 eitjes af op plekken met een hoge temperatuur en luchtvochtigheid en laat ze daar achter. De eitjes worden meestal op een diepte van 20 à 60 cm in de hoop afgezet. In augustus kruipen de babyslangetjes uit hun ei.
Belangrijk is dat de broeihoop een temperatuur tussen 25 en 30°C aanhoudt. De broeihoop moet voldoende los zitten zodat het vrouwtje er eenvoudig door kan bewegen en zodat er zuurstof in de hoop komt. Vooral een toegang naar het water toe is belangrijk. De hoop moet ook nat blijven, een kuiltje bovenaan zorgt dat regenwater in het centrum loopt.
PLAATSING
Vroeger waren dat voornamelijk mesthopen nabij boerderijen, tegenwoordig gebruiken ze composthopen en speciale broeihopen.
- Maximaal 4 meter van open water.
- Er moet in de directe nabijheid begroeiing zijn voor beschutting en aanlevering van materiaal.
- Rustig terrein zonder verkeer met weinig publiek.
- De hoop moet minimaal half in de zon liggen. Als koudbloedig reptiel zont de ringslang graag.
- De beste tijd om een broeihoop aan te leggen is tussen half maart en eind april.
ONDERHOUD
Contoleren of er jongen zijn kan door:
1. Eind maart de broeihoop voorzichtig af te graven op zoek naar eierschalen.
2. Eind september een zeiltje tegen de zonkant van de hoop te plaatsen. De jongen kruipen hier onder en kunnen geteld worden.
Na een jaar of twee loopt de broeihoop terug en moet de hoop heraangelegd worden. Succesvolle broeihopen worden door ringslangen herbezocht. De locatie blijft in dat geval best ongewijzigd.
Werkzaamheden aan broeihopen dienen tussen midden april en eind mei uitgevoerd te worden of in oktober. Op die manier worden legsels en overwinterende dieren niet beschadigd of gestoord.
